Hosea over liefde tegen de klippen op

Profeet van deze week: Rabbijn Soetendorp.

Deze rabbijn is als baby in de oorlog ondergedoken geweest, evenals zijn ouders. Het verhaal dat zijn moeder hem weg gaf aan een vrouw om voor hem te zorgen, huilend wanhapig, vertelt hij regelmatig. Na de oorlog wordt Awraham weer herenigd met zijn ouders, goddank hebben zij de oorlog overleefd. Maar de oorlog heeft onuitwisbare littekens achtergelaten in de ziel van de dan 5-jarige Awraham.

Hij wordt rabbijn.

En meer nog. Deze Rabbijn ontdekt tot zijn verdriet dat haat naar joden, haat tussen gelovigen van verschillende godsdiensten nog steeds niet over is. En hij ijvert zich voor de dialoog tussen joden, moslims en christenen. En dat doet hij wereldwijd. Hij roept op tot verdraagzaamheid. Hij schrijft mee aan het handvest voor compassie, is gewild spreker op grote vredesconferenties. Hij heeft in Nederland aan de wieg gestaan van de week van het respect. Niet aflatende inzet vertoont deze man, omdat hij nog steeds gelooft en hoopt op een wereld waar alle gelovigen vreedzaam naast en met elkaar kunnen leven. Deze man inspireert zeer, omdat hij opstaat en zichzelf op het spel zet om te zoeken naar wegen van vrede. Tegen de klippen op soms.

En hoe belangrijk dat vandaag de dag is, getuigt het volgende filmpje:

video
play-rounded-fill

Wie was Hosea?

Als je Hosea zo bekijkt, is t een tobbende man. Met een zekere weltschmerz kijkt hij ons aan. Niet verwonderlijk als je bedenkt in welk tijdsgewricht hij leefde. Hij leefde en werkte in de tijd dat Jerobeam II koning was van Noord-Israel. Het was een tijd van welvaart en weelde. Tegelijk ook was het een onrustige tijd wat betreft regering. Er waren veel troonswisselingen in Israel met de nodige intriges en moordpartijen. Assyrie, een buurland stond op dat moment op het toppunt van zijn macht. De ballingschap was aanstaande ( dat weten wij nu, maar dat wist men toen natuurlijk nog niet).

De godsdienst was een vermenging van Jawhe-dienst en kanaänitische baäl-verering, gepaard gaande met zedeloosheid, moord en doodslag, zonder liefde, trouw en ware dienst van God.

Van Hosea’s persoonlijk leven weten we alleen dat hij getrouwd was met een prostitué, Gomer genaamd, die hem ontrouw bleek. Er wordt gedacht dat Hosea ook niet de vader zou zijn van haar kinderen. Toch had hij haar lief. Het huwelijk van Hosea was zo een beeld van de ontrouw van het volk jegens God, die zijn liefde bleef bewijzen, al bleef het niet ongestraft.

Enerzijds profeteerde Hosea, hij wees het volk in prediking op de misstanden en riep op tot inkeer, anderzijds was zijn leven zelf ook een beeld van Gods liefde voor het volk.

De naam Hosea betekent: Hij ( God) heeft geholpen.

We lezen uit Hosea

Hosea 1: 1-3

En drie kinderen komen er uit dit huwelijk voort: Een zoon: Jizreel, wat betekent ‘moordpartij’, Lo Ruchama, wat betekent God zal zich NIET MEER ontfermen over het volk, Lo Amni, wat betekent, het volk zal NIET meer Gods volk zijn.

Maar dit is niet blijvend. Het is Gods droom dat het anders wordt. Hosea 2:1 – 3

Maar zo ver is het nog niet: Hosea 2: 4 – 11

Dus krijgt Hosea de volgende opdracht: Hosea 3: 1 – 5

Er volgt een boetelied van Israel, waarin zij zich rekenschap geven van hun daden en inzien wie God is. Tegelijk ziet God dat dat inzicht nog niet diep genoeg gaat:

Hosea 6: 1- 6

Er volgt nog meer oordeel en dreiging. Het volk blijft dwalen en afdwalen. Gods liefde gaat tegen de klippen op. Niets kunnen zij doen om zijn liefde te verliezen.

Hosea 11:1-1.

Lieve mensen van God,

Liefde tegen de klippen op.

Ik heb de lastigste profeet tot het laatst bewaard, zo voelt het een beetje. Wat een verhaal zeg! Iemand die niet alleen het woord namens God voert, maar ook echt leeft. Zijn leven, Hosea’s huwelijksleven als beeld van de relatie tussen God en het volk. Heftig!

Zoveel vragen dringen zich aan mij op bij het lezen van dit boek. Bijvoorbeeld de eerste al: waarom trouwt Hosea uberhaupt met een prostitué? Ik bedoel… dan weet je toch eigenlijk al van te voren dat ze er wellicht een wat ruimere opvatting op na houdt als het gaat om huwelijkse trouw…toch?

Hosea trouwt met haar, omdat hij dat van God gehoord heeft. Van meet af aan dus zet God Hosea in als beeldspraak voor de boodschap. Zeg maar, de film bij het boek. Mensen moeten het niet alleen horen, maar ook kunnen zien. Dan komt t beter aan…

De kinderen worden geboren.

En hun namen zijn als profetien, waarschuwingen.

Jizreel. Die naam moet het volk herinneren aan een vreselijk bloedbad wat heeft plaatsgevonden in Jisreel olv koning Jehu. God zal het koningshuis van Jehu daarvoor ter verantwoording roepen..dit zal niet ongestraft blijven!

Lo Ruchama…Geen ontferming…onbemind! God houdt er mee op, geen warm hart meer voor het volk.

En bij het derde kind was de boot aan: Lo Ammi. Bastaard ( het kind was ook uit overspel geboren, niet Hosea’s kind). En zo zegt God: niet mijn volk.

En je hoort Hosea roepen. Júllie naam is Jizreeel, jullie roepen het oordeel over jezelf af! Júllie naam is Lo Ruchama, God kán niet meer van jullie houden. Jullie naam is Bastaard: juúllie zijn Gods volk niet meer.

Maar Hosea blijft voor de kinderen zorgen.

Gomer daarentegen verdwijnt. Vervalt in haar oude gedrag. Laat zich verleiden door haar leven van genot en bevrediging, krijgen en geven, korte termijn geluk…geluk dat te koop is… rijkdom die haar ziel verdooft. Om niet te voelen, de pijn, de schuld…haar kinderen achtergelaten… haar littekens van een beschadigd bestaan… haar wegtrekken steeds verder van de man die met haar een duurzame relatie aan wilde gaan.

De mensen in de tijd van Hosea moeten het geweten hebben…dat van zijn vrouw..dat blijft natuurlijk niet lang onbekend. Ik bedoel, als je Hosea zou zien als bijvoorbeeld een dominee… zulks een leed kun je moeilijk verborgen houden in de pastorie toch?

Wat nu volgt vind ik de kern van het boekje. En als ik eerlijk ben, de rode draad die ik bij al die profeten wel zie terug keren.

Hosea is woedend, beklaagt zich. Zegt zelfs dat hij niet meer voor haar kinderen wil zorgen. Gomer de hoer die ze is. Hosea wil haar opsluiten, gevangen houden met een doornhaag ( lijkt doornroosje wel), zodat ze niet meer naar die mannen kan gaan. Die mannen, die ze koren en wijn en olie gaf, maar dat koren en die wijn en de olie waren niet aan haar om weg te geven. Het behoorde aan Hosea. Hij wil haar straffen voor de Baals-feesten. En hoe harder Hosea tiert, steeds meer klinkt daar een gekwelde, getergde man. Een man  wiens liefde niet gewaardeerd is, een man die pijn heeft, een doorboort hart. Je ziet Hosea dubbel klappen van verdriet. En je ziet het beeld van een wenende God.

Maarr..Hosea …of is het nu God…laat het er niet bij zitten! Hij gaat haar meelokken naar de woestijn. Daar is niets wat haar zal afleiden. Daar zal ze het weer terug vinden, de liefde van haar man en de liefde voor haar man. En dan zal alles goed zijn. Er zal vrede zijn …en langzaam verschuift het beeld van Hosea naar God… en God spreekt:

Dan antwoord ik de hemel en de hemel antwoordt de aarde en de aarde geeft antwoord aan olijfbomen, koren en wijnstok en zij antwoorden Jizreel.

Want het land zaai ik in met mijn volk. Over Lo Ruchama zal ik mij ontfermen en Lo Ammi noem ik weer mijn volk…

Als lezer van dit boek wordt je heen en weer geslingerd tussen alle emoties denkbaar. Nu dit weer. De liefde, de liefde tegen de klippen op…het komt goed!

Toch… het komt niet zomaar goed. Hosea krijgt na deze uitbarsting en dit visioen weer een bizarre opdracht van godswege.

Gomer is verdwenen. Maar Hosea moet haar gaan zoeken. Zoek die vrouw die ondanks de liefde van haar man overspelig is. En Hosea zoekt haar en vindt haar en koopt haar! En hij zet haar thuis neer, verenigd haar met haar kinderen en sluit haar op! Zo..kun je mooi geen overspel plegen, en ik zal ook niet met je slapen! Even bij zinnen komen.. terug naar de basis…

En dit beeld wordt de Israelieten voorgehouden. Zie je, zegt God, bij monde van Hosea: zo zal het Israel vergaan. Jullie zullen even geen koningen hebben, leiders, orakels en gewijde stenen. Al die verleidingen tot macht, rijkdom, verraad en intriges…niets van dat al! Je wordt terug geworpen op jezelf…lang genoeg om het weer te voelen, hoe het was. Het begin. Toen jullie bevrijd werden en liefgehad door God. Toen er voor je gezorgd werd en het leven in verbondenheid met God en elkaar gevierd werd. En als je je dat herinnert, dan zul je daarnaar gaan verlangen.

Je zou het een soort afkick-periode kunnen noemen…

Zo groot als de teleurstelling, de woede van Hosea…van God ook is…Hij geeft niet op. De liefde is te groot! De liefde is zelfs zo groot dat ondanks zichzelf God…Hosea zich steeds weer opnieuw wil verbinden aan de mens..zijn vrouw Gomer.

Hosea wil niets weten van goedkope liefde. Hosea wil echte liefde, geven en ontvangen. Hosea wil niet dat zijn vrouw haar gevoel verdoofd met geld en seks en weet ik veel wat voor verleiding. Daar is ze te kostbaar voor! Zo kostbaar dat hij haar letterlijk terugkoopt! Hij laat haar niet in de goot wegkwijnen.

En dat is de kern van het boekje..dit boekje..en al die andere profetenboekjes: we zijn te kostbaar in de Ogen van de Allerhoogste om weg te kwijnen in de goot.

Ach mens… wanneer willen we het nou echt horen. Dat we kostbaar zijn in de ogen van God. Dat we ondanks al die dwaalsporen die we ingaan, al dat gerotzooi in de marge, al dat haten en schreeuwen en Godnondeju’s.. god de schuld geven, van de ellende … wat is er nodig dat we snappen dat we oneindig kostbaar zijn in de ogen van hemel.

Het kost God ook wat om van deze mens te houden..phoephoe… Het gaat hem niet in de koude kleren zitten, zou je zo bijna denken. En dat ik God zo menselijk beschrijf nu, komt gewoon omdat in dit Hosea boek de grens tussen wat Hosea zegt en doet in godsnaam en wat hij zelf zegt en doet, nogal vaag is.

Maar waarom dan? Kun je je afvragen. Waarom is het God zulks ernst met de mens. Ik bedoel… de mens neemt God lang zo serieus niet als God de mens.. zo lijkt het vaak. En hoe dan? Kun je je ook afvragen. Hoe zouden we uberhaupt kunnen weten dat we op het goede spoor zitten?

En willen we dat wel eigenlijk?

Het ware leven, het leven zeg maar, zonder verdoving, het leven zonder filter..de werkelijkheid over jezelf, kan soms best heel confronterend zijn. Het kost soms jezelf al de grootst mogelijke moeite om ja..van jezelf te houden. En we zijn geneigd om die pijn te verstoppen achter een prachtige glimlach, een mooi gestyleerd leven, een verslaving, bindingsangst… noem het maar op. Schrijnend en verdrietig. Met al die profeten achter me nu, durf ik te stellen dat de mens, dat jij en ik zo niet bedoeld zijn ten diepste. Je bent bedoelt als heel mens..levend in liefde verbonden met god en de mensen om je heen. Liefde is dan ook echt de dragende kracjht onder het bestaan. En dan niet goedkope liefde, maar de liefde waar je bijna ongemakkelijk van wordt, onvoorwaardelijke liefde. Liefde zonder enige terughoudendheid en zonder eind. Die liefde. Die kan ook zo beangstigen dat je ervoor wegloopt, dat je denkt…nou beetje minder is ook goed… Toch is dat wel de liefde waaruit je gebouwd bent en waarop je gebouwd bent. Dat durf ik nu te zeggen, want dat hebben al die profeten ook steeds gezegd. Die liefde, God, maakt dat het ernst is met ons! Punt. Niet meer en niet minder.

En hoe zou je weten dat je dan…zoekend, tastend…voetje voor voetje op het goede spoor zit? Als je die Liefde op de een of andere manier aanvaardt. Hoe ongemakkelijk ook…alsof je een prop brandend papier in je handen hebt…gauw weg..weet je wel..maar nee…aanvaardt het. Laat het je gebeuren. Ik weet t, t druist zo tegen alles in wat je weet. Maar toch..aanvaardt het..

Ik geloof namelijk dat als je er ook maar een fractie van voelt het je van binnen in vuur en vlam zet. En dat dat doet verlangen naar meer…naar leven ..sterker nog, doet verlangen naar leven in verbondenheid met God en de ander… Dat denk ik…

We hebben het al van het begin af aan gezegd..het begin van deze dienst:

V: Wie we ook zijn

A: We zijn gekend bij God

V: Wat we ook gedaan hebben

A: We horen God toe

V: Waar we ook gaan

A: We zijn bemind door God

V: elke dag, elk moment

A: God gaat met ons mee

V: Wanneer we blij zijn

A: Juicht God met ons

V: Als het ons zwaar valt

A: God huilt met ons mee

V: Wij zijn mensen van God

A: Onze hoop is geborgen in de Goedheid van God

En als je dit dan niet alleen zegt, maar ook aanvaardt, weet je wat er dan kan gebeuren? Wonderen! Wonderen, werkelijk waar! Dan kan het zo maar zijn dat moslim, jood en christen samenkomen om te zingen…van die liefde… en dat doet verlangen naar meer… naar veel meer hiervan…

Mens, wat ben je kostbaar…alle liefde tegen de klippen meer dan waard! Hoor je dat?

video
play-rounded-fill

Reacties zijn gesloten.