Paaskaars

 

Al een aantal weken kijk ik vanaf mijn buro op deze ingepakte paaskaars. Dit jaar was ik voor de verandering RUIM op tijd met het bestellen ervan. Het is ook een hele mooie, als zeg ik het zelf. En in mijn hoofd was ik al bezig met de viering van Stille Zaterdag waarin ik deze kaars naar binnen zou dragen. En dat ie dan zou branden in een bomvolle feestelijke paasmorgen-dienst. Wauw!

Helaas, door de wat surrealistische situatie waarin we ons bevinden, is er een streep door dat beeld gezet. Niets overvolle paasmorgen-dienst. Geen toeters en bellen en een knallend begin van Leven met grote letter. Althans, niet met zn allen in een zaal. Want zeg nou zelf, als er één gebeuren is, dat zich door niets of niemand laat tegenhouden, is het wel het gebeuren van Pasen. Waar wij denken vast te lopen of dood te lopen, wordt ons van de andere kant de hand toegestoken om ons erdoorheen te trekken. “Kom uit mens, sta op!”

Dus ik bedacht me: deze kaars zal branden. Wat er ook gebeurt, deze kaars gaat branden.

Het is immers het licht van de opgestane Heer. Althans, daar verwijst deze kaars naar. Naar leven door de dood heen, een weg erdoorheen, dat er een doorkomen aan is, aan alles waarvan we nu denken en voelen: hoe lang nog. Deze kaars is bij uitstek een teken van leven en hoop in bange dagen. Dus hij zal branden, hoe dan ook.

Nu staat ie nog ingepakt in mn studeerkamer. Kijkend naar de kaars, broed ik op een mooie manier om hem voor het oog van velen, brandend binnen te dragen. In mn gedachten brandt ie al… nu al…

 

Reacties zijn gesloten.