Paulus is in Rome

Paulus komt aan in Rome

Het is grofweg drie jaar nadat Paulus de brief aan de Romeinen had gestuurd. We schrijven het jaar 60 jaar na Christus. Paulus had geen idee of en hoe deze brief ontvangen was. Ik kan me zo voorstellen dat dit door zn hoofd schoot, toen het schip aanmeerde in Puteoli. Puteoli ligt ongeveer 15 km ten noorden van Napels en was een belangrijke graanhaven voor schepen vanuit het oosten.

Toch lezen we dat er een groep christenen was in deze plaats. Zij nodigen Paulus uit om een week bij hen te verblijven. Ondertussen had het nieuws, dat Paulus voet onderweg was naar Rome, ook Rome bereikt.

Toen de groep na die week verder reisde, kwamen volgelingen van Jezus Paulus tegemoet. Bij Forum Appii en Tres Tabernae sloten ze zich aan bij het reisgezelschap. Wat zal Paulus hierdoor bemoedigd zijn, kan ik me zo voorstellen. Behalve dat hij hieruit kon opmaken dat zijn brief was ontvangen, is het sowieso best heel bijzonder dat er iemand wordt opgewacht en vergezeld onderweg naar Rome. Dat gebeurde alleen mensen van adel of generaals.

De groep neemt de oude Via Appia naar Rome, een weg die je nog steeds kunt bewandelen in Italie. Het is de A1 door Italie heen.

 

Dan komt de groep Rome in. De machtige stad doemt voor hen op. Op de heuvels ligt t enorme Colloseum, centrum van machtsvertoon en willekeur. Paulus wordt nog steeds bewaakt. Echter, als romeins staatburger hoeft hij niet al te veel te vrezen. De beschuldigingen aan zijn adres gaan voornamelijk over het ondermijnen van de Thora en het ontheiligen van de tempel in Jeruzalem. Tegelijk, Paulus was ook een jood. En daar zat m wel het gevaar. Er was een grote joodse gemeenschap in Rome. Deze gemeenschap was mogelijk helemaal niet blij met iemand die eruit zag alsof hij namens de joden optrad, maar in feite hun oude cultuur wilde ondermijnen en zo een gevaar vormde voor hun veiligheid. De spanningen tussen de joden in Jeruzalem en de Romeinen waren namelijk best groot. Dat had met name te maken met het verzet tegen de romeinse overheersing in Judea. Als Paulus nu als romeins burger, die toevallig ook joods was, zich zou gaan beklagen over de Joden, dan kon dat desastreuze gevolgen hebben.

Vandaar dat hij vrij snel nadat hij zich gevestigd had in Rome, de joodse leiders bij hem thuis uitnodigde. ( Hij kon namelijk het huis niet uit om naar de synagoge te gaan). In deze ontmoeting benadrukt Paulus dat hij echt n trouwe jood is. En dat het te doen is om de hoop voor Israel.

17Na drie dagen nodigde Paulus de Joodse leiders bij zich uit. Toen ze er waren, zei hij: ‘Beste vrienden, ik heb me altijd aan de wetten van onze voorouders gehouden. En ik heb ons volk geen kwaad gedaan. Toch ben ik door de Joden in Jeruzalem gevangengenomen. En zij hebben me aan de Romeinen overgedragen.

18De Romeinen stelden mij veel vragen, maar daarna wilden ze me vrijlaten. Want ze vonden dat ik niets gedaan had waar je de doodstraf voor moet krijgen.

19Maar de Joden in Jeruzalem waren het daar niet mee eens. Toen moest ik wel zeggen dat ik het oordeel van de keizer wilde. Ik wil mezelf bij hem verdedigen. Maar ik ben niet van plan mijn volk te beschuldigen.

20Ik heb niets verkeerds gedaan. Ik zit gevangen omdat ik vertrouw op Gods beloftes, net als heel het volk van Israël. Dat wilde ik jullie graag vertellen.’

21De Joodse leiders zeiden toen tegen Paulus: ‘Hier is niemand gekomen met slechte berichten over jou. We hebben ook geen brieven uit Judea over jou gekregen. 22We weten wel dat je een christen bent. Daar zouden we graag meer over willen horen. Want het is ons bekend dat veel mensen het niet met de christenen eens zijn.’

23Ze maakten een afspraak om elkaar weer te ontmoeten. Op de dag van de afspraak kwamen er nog veel meer Joden mee naar Paulus. Van de ochtend tot de avond gaf hij hun uitleg over Gods nieuwe wereld. Ook legde hij de wet van Mozes uit, en de boeken van de profeten. Zo wilde hij laten zien dat Jezus de messias is.

24Sommige Joden gingen geloven in de dingen die Paulus vertelde, maar anderen niet. 25-27Ze konden het niet met elkaar eens worden over de uitleg die Paulus gaf. Ten slotte gingen ze weer weg. (Handelingen 28:17-27)

 

Lucas is bijna klaar met zn verhaal. Wat we weten is dat Paulus nog twee jaar onder huisarrest in Rome heeft gewoond. Hij sprak vanuit zijn huis vrijmoedig, zoals Lucas het stelt. Dat hoeft ons niet te verbazen. We zijn het inmiddels gewend dat Paulus geen blad voor de mond neemt en er niet op uit is om aardig gevonden te worden.

Hoe het met hem is afgelopen, is speculatie. Hij zal nog menig brief geschreven hebben en menig debat zijn aangegaan. Hij is vermoedelijk ter dood gebracht na de brand in Rome in 64. De christenen kregen namelijk de schuld van die brand en werden massaal gekruisigd door Nero. Paulus zal zijn onthoofd, aangezien hij het romeins staatsburgerschap had.

De legende wil dat zijn hoofd drie maal de grond raakte en dat er op die plekken een bron ontstond.

 

Rome, de stad waar het verhaal van Paulus eindigt (voor zover wij weten). Tegelijk is de boodschap die hij wereldkundig heeft gemaakt hier niet geëindigd. Tot het eind toe is hij blijven zeggen wat hij dacht, nam hij geen blad voor de mond en schaamde zich het evangelie niet.

Rome, eindpunt en begin. Plek waar Paulus moest loslaten en toevertrouwen en van waaruit die enorme beweging toch haar weg gevonden heeft tot aan de einden van de aarde. Als je goed luistert, kun je Paulus horen fluisteren in de straatjes van die eeuwenoude stad:

Als de liefde maar blijft winnen…

 

video
play-rounded-fill

 

Overweging

Lieve mensen van God,

 

Tussen het moment dat Paulus voor de eerste keer naar Jeruzalem vertrok tot aan zijn aankomst in Rome liggen 45 jaren. Als we aannemen dat Paulus 21 was bij het verlaten van zijn ouderlijk huis tot aan nu zou hij dus 66 moeten zijn. In Nederland zou hij eindelijk met pensioen mogen…

We zijn met Paulus naar Jeruzalem afgereisd, hebben hem horen preken tegen die nieuwe beweging van Jezus-volgers. We hebben hem gevolgd op de weg naar Damascus en daar zijn enorme ommekeer meegemaakt. We volgden hem op de wegen richting Klein Azie, waar hij Efeze, Athene en Korinthe aandoet (onder andere). In zijn brieven horen we hem gepassioneerd en dringend spreken. In alles wat hij geschreven heeft zit een enorme urgentie. In alles wat hij mee gemaakt zit een behoorlijke intensiteit. Het was alles niet zonder gevaar, tegenslag of moed der wanhoop. Soms tegen de klippen op, dan weer gedragen door goede berichten over kleine veerkrachtige gemeenschappen, die Paulus’ boodschap naleefden en verspreidden. Wat in alles overeind blijft staan is zijn niet aflatende trouw aan God. De God voor alle mensen. De ene God. In een wereld waar alles en iedereen religieus was en zich voor alles een godje had aangemeten, dan wel volkomen opging in de filosofie en logica, was zíjn boodschap van een geheel andere orde. Bedenk je eens hoe bizar het was in die tijd, dat er een prediker rondging die een monotheistische theologie verkondigde. Een God, waarin alles samengevat was. Het leven, de dood, begin en einde, troost en rechtvaardigheid, richting en oorsprong. Eén God. Niet te doen, zouden we nu zeggen. Niet te doen.

En toch gedaan.

Hoe zouden we het succes van Paulus en zijn werk kunnen verklaren? Hoe kreeg hij deze onwaarschijnlijke beweging van de grond, en dan niet voor zolang hij leefde, maar tot onze tijd aan toe?

Allereerst kunnen we opmaken uit alles wat we van en over hem lezen dat hij enorm veel energie had. Het spat van de bladzijden af. Hij is het type waarvan je je afvraagt of hij ooit wel ns slaapt. Hij werkt altijd. Zijn handen ruw van het tenten maken, zijn rug pijnlijk van het gebogen werken. Maar hij staat altijd klaar voor een bezoeker met een vraag, voor een verwarde tiener die het huis is uitgeschopt of een plaatselijke functionaris die zich zorgen maakt om zijn reputatie nu hij een Jezus-aanhanger is. Hij laat zn gereedschap rustig een paar uur liggen om bij mensen langs te gaan, om te bidden, te troosten te vermanen. Hij houdt vol. De mensen weten dat ze niet zomaar van hem af zijn en dat ze hem niet met n kluitje in t riet kunnen sturen.

Een tweede eigenschap is zijn directe manier van communiceren. Dat is wel t scherpe kantje van zn gedrevenheid. Het kan hem werkelijk niet schelen wie hij voor zich heeft. Hij zegt wat hij moet en wil zeggen. Je wilt Paulus graag aan jouw kant van het debat hebben. Tegelijk: hij kan zo fel zijn, dat hij de wat gevoelige mens van zich vervreemdt. Het is ook t type dat kan zeggen: Zie je wel, ik heb het je toch gezegd. Daar maak je inderdaad geen vrienden mee.

Toch.. met dit alles komt ook de kwetsbare kant van Paulus aan het licht. De kant die verklaart waarom mensen van hem hielden. Paulus zegt vaak dat hij dat hij veel houdt van de gemeenten die hij schrijft. Hij klinkt daar heel oprecht. Hij is altijd eerlijk. Met Paulus weet je precies waar je aan toe bent, ook als je er niet om gevraagd hebt. Hij zette zich 100 % voor je in, omdat ( zoals hij zou zeggen) God in Jezus zich helemaal voor hem ingezet heeft. Wat hij onderwees, liet hij ook zelf zien. De mensen voelden meer van Gods liefde als ze in Paulus nabijheid waren, omdat ze wisten dat die liefde hem dreef. Hij was iemand die mensen veranderde, waardoor zij op hun beurt hetzelfde als hij gingen doen. Zo waren zijn medewerkers op hun beurt ook weer heel trouw aan Paulus. De liefde was wederzijds. En dan krijg je dingen voor elkaar. Dat is de kracht van deze beweging.

En dan hebben we natuurlijk de brieven nog. Die brieven zijn een samenvatting van alles wat hij geleerd en uitgelegd heeft. Prachtige, krachtige en kleine documenten, die ons bezig blijven houden. Die brieven zijn uiteindelijk de enige echte reden dat de invloed van Paulus zo groot is gebleven en nooit is vergeten geraakt.

En die brieven zijn net als Paulus zelf, volkomen anders dan wat je gewend bent. Dat gold toen en dat geldt nog steeds. En in de loop van de eeuwen zijn het die brieven geweest die steeds weer uitdaagden om nieuw en anders te denken. En in dat proces uiteraard niet altijd goed begrepen. Paulus was voor zijn tijd ook al best wel n moeilijke en tegendraadse denker, laat staan voor onze tijd.

Maar goed… dit gezegd hebbende, wat hebben wij daar nu aan? Hoe werkt dit voor ons nu?

Dat Paulus een man was met tomeloze energie, en eerlijker dan goed voor hem was en een aardige vruchtbare pen had?

Hoe zou Paulus naar onze tijd kijken? Welk woord zou hij hebben voor onze wereld? Zou hij hoofdschuddend naast het Malieveld staan of vooraan hard schreeuwend uit groot protest? Zou hij iemand als Trump aanpakken? Zou hij zich mengen in de politiek hier in ons land? Zou hij spreken op een congres voor de LHGTB-community? Meepraten in het debat over het klimaat? Langs de lijn op het voetbalveld die mens aanspreken die zich nogal laten we zeggen ongenuanceerd uit tegen de scheids? Ik heb geen idee.

Het antwoord kunnen we alleen maar vinden in zijn brieven.

En in een daarvan staat:

“Want Hij heeft ons geschapen tot wat wij nu zijn: In Jezus geschapen om de weg te gaan van de goede daden die God heeft voorbereid.”

Hoe is deze uitspraak bedoeld? Wellicht als volgt:

Wij zijn Gods poëzie. Wij zijn het kunstwerk van God.

Een kunstwerk. En dan poëzie nog wel. Poezie vind ik een soort luikje van de ziel. Geen platte tekst, geen harde woorden, maar poëzie opent een luikje. Zoals bijvoorbeeld, die las ik gister in de krant:

Komt een duif van honderd pond,

een olijfboom in zijn klauwen,

bij mijn oren met zijn mond

vol van koren zoete vrouwen,

vol van kirrende verhalen

hoe de oorlog is verdwenen

en herhaalt ze honderd malen:

alle malen zal ik wenen.

 

Van Vroman.

Poezie is een luikje. Het breekt iets open in de manier waarop je naar de dingen kijkt…dat je anders gaat kijken.. en misschien zelfs een heel klein beetje verandert.

En dan hoor je: je bent Gods poëzie… Dus jij mens, bent een luikje. Iets, iemand die iets kan open breken. Die iets door laat stralen van Gods bedoeling met de mens.

God heeft de mens nooit bedoeld om alleen maar passief in zijn wereld te wonen. Volgens Paulus is de mens bedoeld om beelddrager te zijn, een luikje, om God te weerspiegelen, door te laten schemeren in de wereld waarin je leeft. Als je met deze gedachte maandag naar kantoor gaat, naar school, naar t voetbalveld… hoe zou je er dan staan?

Dit is voor Paulus de kern. Dat je een beelddrager bent van God… en een luikje… Je bent ontvanger van Gods liefde en je bent brenger van Gods liefde. De mens is de poezie..door de mens spreekt God tot de wereld… en helpt ons anders te kijken naar de wereld enen maakt ons tot een ander mens… een heel mens…een compleet mens… Niet in een keer, maar stukje bij beetje. Totdat we het op eigen kracht kunnen…

Kunnen we daar dan wat mee? Op de Malivelden van onze tijd?

Ik vind zelf van wel, hoewel het mij natuurlijk ook maar matig lukt soms. Toch geeft t een speciaal gevoel. Een kostbaar gevoel.

Dadelijk zeggen we dit ook als we Vera en Wouter gaan dopen, jullie zijn beelddragers van God. Je bent Gods kunstwerk, Gods poezie. Dat wat ze nu zeggen, zal nog niet erg poetisch klinken, maar dat beelddragersschap… dat kun je wel degelijk al zien.

Ik denk … in al ons vallen en opstaan in dit leven, in al die wegen die we nemen die wellicht uiteindelijk allemaal in Rome uitkomen, de metafoor voor het begin en het einde… dat je steeds maar weer hoort, fluisterend: als de liefde maar blijft winnen… want daar gaat je luikje van openstaan, dan straalt er wat van God door jou naar de wereld om je heen. Je bent een kunstwerk, lieve mens, een kunstwerk.

Had u ooit gedacht dit nog te leren van Paulus? Ik niet…eerlijk, ik niet. Dat heeft die hele reis toch maar mooi opgeleverd.

Dat je een kunstwerk bent, Gods poëzie, een luikje tussen hemel en aarde…

Daar kun je het een mensenleven mee doen…

amen

 

Reacties zijn gesloten.