Ik sla mijn ogen op naar de bergen
Vanwaar mijn hulp zal komen
Mijn hulp is van de Heer..
Vertrouwde woorden uit psalm 121, een pelgrimspsalm. Een lied voor onderweg. Een levenslied ook, zou je kunnen zeggen. Wanneer wij door het leven heen struikelen, dan met veel moed en optimisme, dan weer in verdriet en moeite. Al doende zoeken we woorden om jezelf gaande en staande te houden. De psalmen bieden ons die woorden.
Toen Augustinus stierf in Hippo in 430, stond zijn wereld letterlijk en figuurlijk in brand. Duitse vandalen waren Noord Afrika binnengevallen en Hippo werd belegerd. Het Romeinse Rijk brokkelde langzaam maar zeker af. Augustinus zelf was aan het eind van zijn leven ernstig ziek, hij leed aan koortsaanvallen als gevolg van allerlei infecties. In zijn laatste dagen vroeg hij zijn naasten om de boetepsalmen op de muur van zijn kamer te schrijven. Ondanks zijn grote ijver voor Gods verhaal met mensen, werd deze man aan het eind van zijn leven ook gekweld door een gevoel van schuld. Hij voelde zich gedragen in de woorden van de psalmen en verbonden met die traditie van eeuwen en eeuwen om, ook als alles lijkt om te vallen, in gesprek te blijven met de Ene Levende God. In onze viering komende zondag, waar we stil staan bij een ieder die ons heeft geraakt, gevormd, gedragen en liefgehad en in kostbare herinnering in ons hart voortbestaan, zoeken we ook troost in de woorden van de psalmen. Waar ónze woorden wat mal kunnen klinken, geeft de psalm 121, de psalm voor onderweg, ons tekst om aan onze hoop en verdriet richting te geven.
Tot en met 22 november kunt u nog namen doorgeven via predikant@gmail.com die u graag wilt horen in de viering. Doe dat vooral. Daarna kunnen we ze helaas niet meer in het hart plaatsen op de beamer, maar kunt u ze uiteraard nog wel op de vlinders schrijven.
Ik hoop u te ontmoeten op deze bijzondere zondag. Weet je welkom.
Groet Rolinka