Samenleven, hoe doe je dat eigenlijk? In mijn studententijd leefde ik samen met 12 huisgenoten in een huis. We deelden een dubbele keuken op de eerste verdieping van het huis. In de koelkast stonden pakken melk, yoghurt en andere waren, voorzien van je naam. Dat verhoedde overigens niet, dat jouw yoghurt of melk op wonderlijke wijze toch op bleek. Ieder had een eigen keukenkastje… maar ook hier gold het mijn en dijn-principe maar matig. Je moest er maar van uit gaan dat je, gewild of ongewild, deelde wat je had. En dan gaat dit nog over eten en drinken. De woonruimte zelf was natuurlijk ook een gedeelde zaak. Je kamer was van jou, ‘deur dicht’ betekende ‘niet storen’. Maar de muren waren dun zal ik maar zeggen.
Samenleven, echt samen léven is een kwestie van geven en nemen (en misschien wel een beetje meer geven dan nemen, sprak eens een wijs mens). En dat geldt in het groot, de samenleving, en in het klein, jouw eigen huisgezin. Het geldt ook voor een kerkelijke gemeenschap, waar mensen aan elkaar zijn toevertrouwd. Hoe zorg je ervoor dat ieder zich thuis voelt en veilig voelt en gezien is en niet tekort wordt gedaan. Augustinus heeft in zijn tijd een aantal keer een leefgemeenschap opgericht. Een soort kloostergemeenschap, maar er waren toen nog geen monniken. Hij beschouwde deze leefgemeenschap als een oefening om in het groot ook samen te kunnen leven, buiten de muren van die gemeenschap bedoel ik dan. Wat is er voor nodig om dat in harmonie te kunnen doen? En hoe komt het dat t ook wel eens (vaker niet dan wel, als we nu om ons heen kijken) niet lukt. Hij heeft daar een aantal gedachten aan gewijd, die we zondag zullen horen.
We lezen namelijk zondag het verhaal over de rijke man die graag deelgenoot wilde worden van de ‘samenleving zoals Jezus die voor zich zag”. Hij vraagt: ‘hoe kan ik deel krijgen aan het eeuwige leven’, maar die vraag zou je ook kunnen lezen als: ‘hoe kan ik meedoen in dat koninkrijk van God waar je maar steeds over hebt’. Het antwoord van Jezus is even makkelijk als het moeilijk is, zo blijkt wel: “Laat los alles waar je aan gehecht bent, je bezit”.
Samen leven, samen gemeenschap zijn, het vraagt toch iets van de mens. Hoe werkt dat voor ons? In Nederland? In de Vathorst? In de Veenkerk? We gaan het erover hebben. En we gaan delen: brood en wijn, smaken van het koninkrijk. Want daar moeten we ook geregeld even aan herinnerd worden.
Zie je zondag!