Openstaan en schuilen

Een aantal van jullie kennen deze kerk wel, de Broerekerk in Bolsward. Prachtige kerk met een glazen dak. En alleen daarom al een schitterende metafoor voor kerk zijn. De muren die beschermen, waarin een gemeenschap samenkomt, een open deur naar buiten en naar binnen toe en een glazen dak waarvan je kunt zeggen: alle zegen komt van boven. Maar ook: open, naar de hemel gericht, onder de hemel gesteld, ontvankelijk voor dat wat komt, licht dat van bovenaf verwarmt en al zo meer. De gebrandschilderde ramen vertellen verhalen van zoekers en zieners die ons zijn voorgegaan, van verhalen opgetekend in dat ene boek, en elke lichtval maakt dat we net weer wat anders zien wanneer we erdoorheen kijken. Het belangrijkste heb ik nog niet gezegd, misschien omdat het zo duidelijk is: de kerk is leeg. Geen enkel iets ín die kerk, geen altaar, kaars of orgel, niets, helemaal niets. Een leeg Godshuis dat wacht om gevuld te worden. Met mensen, met verhalen, met liederen en met gebeden. Met ontmoetingen tussen jong en oud, tussen gelovige en twijfelaar…daar is allemaal ruimte voor in deze kerk. Er zal er wellicht één het woord voeren, en één zijn om de zang te begeleiden, maar meer dan dat is het de gemeenschap die maakt dat er leven is in en om dit gebouw. En dan zo, dat door de open deuren en door het glazen dak heen mensen horen en zien wat er in en door die gemeenschap gedeeld wordt: een verlangen, een hoop, op vrede, op zien soms even, tegelijk ook tranen en ongeloof, frustratie en teleurstelling. Deze plek, zo open als ze is, laat alles zien… donker én licht.

Dat is ook gemeente-zijn: samen optrekken. Samen delen. Niet: je terugtrekken achter gesloten deuren en ramen om dan naar buiten toe een gestileerd verhaal te kunnen houden. Nee, open en zichtbaar, het zoet en het zuur. Wel zo bevrijdend eigenlijk, dat je niet altijd hoeft te lukken, hoeft te slagen, het hoeft te geloven of te snappen. Zolang het Licht aan alle kanten naar binnen kan vallen, vinden we samen onze weg wel. Openstaan voor Gods Goede Geest, de inspiratie, de zegen, is van levensbelang voor de gemeente.

Nu hebben wij niet zo’n geweldig gebouw-met-open-dak tot onze beschikking, maar wél een gemeenschap van mensen. Dat was afgelopen zondag maar weer eens te meer duidelijk. Wat een heerlijke lunch en wat een energie. Tegelijk hoop ik ook, dat wanneer het voor jou te veel of te zwaar is, je toch je plek voelt in onze gemeente, misschien dan even (figuurlijk) achter een pilaar, wat meer in de schaduw, wachtend tot je voldoende voelt dat het Licht je uitnodigt om te ver-staan. Want ook zonder zo’n gebouw, is er wel de ruimte in onze gemeente om te schuilen, te mopperen, te huilen, te twijfelen of te hangen. Gemeente-zijn is namelijk ook dat: mensenwerk. Ik merkte namelijk zelf even de zwaarte van al het werk dat weer start, en de druk op en voor alle vrijwilligers die meedoen. Het is niet vanzelfsprekend en daarom des te meer bijzonder.

Komende zondag is er een ochtendgebed. Dat komt deze maand toevallig zo uit, omdat een gastpredikant de viering heeft teruggegeven, die we op de korte termijn niet meer konden vullen. Ik hoop dat u daar begrip voor heeft. Zie het maar zo, dat er nu in deze maand alle ruimte is voor iedereen om zijn of haar licht te laten schijnen op Gods verhaal met kleine mensen. Van elkaar leren en ontdekken we zoveel.

Over leren en ontdekken gesproken: onze reis met Augustinus ga ik wat anders aanpakken. Misschien was t wat te lang(dradig), teveel informatie, te weinig voor een viering, meer voor een lezing. Ik ben ook aan het zoeken naar de juiste balans. Hij zal zeker terugkomen in de volgende vieringen, maar dan wellicht iets minder in your face.. In de gesprekskringen kunnen we dan dieper op hem ingaan (in de Huiskamerkring).

Lieve groet,

Rolinka

Reacties zijn gesloten.