Paulus, een kennismaking

Bovenstaande afbeelding is de oudste afbeelding van de apostel Paulus. Het fresco met gouden versieringen van een man met een baard tegen een rode achtergrond werd volgens ‘L’Osservatore Romano’ op 19 juni 2009 aangetroffen in de catacombe van de heilige Thecla. De afbeelding wordt gedateerd op het einde van de vierde eeuw. De catacombe ligt aan de Via Ostiense, niet ver verwijderd van de plaats waar de apostel Paulus volgens de overlevering de marteldood stierf.

Veel kunnen we niet afleiden van deze voorstelling. Ja, Paulus zou n baard gehad kunnen hebben, en een wat ernstige blik. Laten we vooral niet vergeten dat in de jaren na zijn dood zijn leerlingen en latere volgelingen er alles aan gedaan hebben om zijn imago van geloofsverbreider te versterken en hem als dé grondlegger van het christendom op een voetstuk te plaatsen. Zijn brieven werden verspreid en men schrok er zelfs niet voor terug om daar een en ander in aan te passen en ook om onder brieven die niet van Paulus zijn, wel zijn naam te zetten.

Hoe kunnen we dan toch de meest echte Paulus op het spoor komen? Na die 2000 jaar?

Ik heb me de afgelopen periode verdiept in de man en zijn verhaal. Lang niet alles heb ik gelezen, maar al wel voldoende voor dit moment.

Ik heb me grotendeels laten leiden door het boek van hoogleraar en historicus Fik Meijer. “Paulus, een leven tussen Jeruzalem en Rome”.

Een interessante aanvliegroute, aangezien de man historicus is en geen theoloog. Hij heeft zorgvuldig zijn bronnen bestudeerd. Opmerkelijk genoeg gebruikt deze historicus de handelingen der apostelen en de brieven van Paulus als basis voor zijn onderzoek. Daar ontmoeten we Paulus tenslotte. De verhalen over en van Paulus uit het NT heeft hij naast de beschikbare bronnen gelegd die de tijd van Paulus beschrijven. Zo komt hij tot een redelijk beeld van wie de man geweest is en hoe zijn leven is gelopen.

Laten we bij het begin beginnen.

Vermoedelijk is Paulus geboren rond 6 voor Christus in een plaatsje genaamd Gischala.

In 4 voor Chr, Herodus de Grote, de koning van de joden, was gestorven, heerste er behoorlijke chaos in het gebied van Juda en Galilea. Romeinen wisten deze chaos te bedwingen en voerden inwoners van verschillende dorpen af naar de slavenmarkten. Het vermoeden bestaat dat het jongetje Saulus met zijn ouders eenzelfde lot onderging en uiteindelijk via slavenhandel in Tarsus terecht is gekomen. Op een goed moment heeft de ‘eigenaar’ van de ouders van Saulus de vrijlatingsprocedure gestart en op die manier heeft de vader van Saulus het romeins burgerecht verkregen. En zijn zoon erfde dat weer van hem.

Zo is Paulus ( de verromeinsing van Saulus) dus een jood met een romeins burgerrecht.

Paulus, een jood in de diaspora. Weggevoerd van zijn geboortegrond en levend en wonend in een voornamelijk griekse omgeving.  Van huis uit kreeg hij de joodse opvoeding en godsdienst mee. Naarmate hij ouder werd, trad hij meer buiten het joodse milieu. Hij ging colleges volgen aan Griekse academies in Tarsus, waaronder in ieder geval het vak wijsbegeerte.

Gaandeweg werd Paulus zich ervan bewust dat hij een jood was, die zijn weg moest vinden in een hele complexe wereld, waar de Grieken en Romeinen de boventoon voerden. De Griekse cultuur was overal zichtbaar en voelbaar in Tarsus, en de Romeinen maakten de dienst uit.

Wat te doen? Paulus was inmiddels bijna volwassen. Wilde hij vasthouden aan de traditionele orthodoxe joodse cultuur en godsdienst? Of was het beter zich aan te passen aan de gewoonten en gebruiken van de overige bewoners van Tarsus, zoals de gehelliniseerde joden deden?

Paulus kwam er niet uit. Ergens rond het jaar 15 na Christus, Paulus was toen 21, besloot hij zichzelf te gaan zoeken, zoals we dat tegenwoordig zeggen. De zoektocht naar zijn identiteit, zijn plaats in de gecompliceerde wereld van Grieken, Romeinen en Joden. En waar beter dan dat te doen in Jeruzalem. De plaats waar het jodendom het meest zichtbaar was, maar waar ook de strijd tussen de orthodoxie en de assimilatie nog altijd woedde.

En het is daar in Jeruzalem, waar we Paulus voor t eerst ontmoeten bij een nogal confronterende gelegenheid…

We lezen: Handelingen 7:56 – 8: 3

Lieve mensen van God,

Toen ik 21 jaar oud was, zat ik in mijn tweede studiejaar Theologie.

Ik woonde in een studentenhuis in Leiden met 12 andere huisgenoten.

Ik werkte in een asielzoekerscentrum in de keuken.

Ik was lid van een studentenvereniging waar ik nooit kwam. Ik ging vaker borrelen op de vereniging van mijn huisgenoten… Quintus ( voor de kenners)

Ik had ongeveer 20 uur college per week.

Ik studeerde er zeker nog het dubbele bij.

Ik wist nog helemaal niets van de wereld.

Ik wist eigenlijk ook nog niet zoveel van mezelf.

Ik was als Paulus onderweg naar Jeruzalem, op zoek naar mezelf, mijn plek in de wereld en grond voor mijn bestaan en overtuigingen. Die laatste waren best hardnekkig overigens, gevoed met een degelijke christelijke opvoeding en gezonde nieuwsgierigheid naar alles wat dat zou kunnen onderbouwen. Tegelijk had ik ook de onbedwingbare drang naar het avontuur en dat wat totaal anders, haaks en tegendraads kon zijn.

Ik was 21 en was onwetend van mijn kern.

Paulus had zeker zes weken gelopen om van Tarsus in Jeruzalem te komen. Hij had ook de boot kunnen nemen naar Ceasarea, maar als jonge vent zal hij gekozen hebben voor de klassieke pelgrimsmanier om te reizen: te voet en over land.

Het land waar hij doorheen reisde liet jammer genoeg weinig sporen zien van de bijbelse geschiedenis waarover hij tijdens zijn opleiding zo uitvoerig had horen vertellen. Hoe dichter hij bij Jeruzalem kwam, hoe meer het pijnlijk duidelijk werd dat de oude monumenten uit vroeger tijden, waren vervangen door Griekse, Romeinse en Macedonische bouwsels.

Uiteindelijk doemde daar toch die grote stad op: Jeruzalem. Het eerste wat Paulus zag waren dikke stadsmuren. Binnen die hoge muren trokken vooral drie monumentale gebouwen de aandacht: het paleis van Herodus, de burcht Antonia en de Tempel.

Koning Herodus had Jeruzalem, nadat de stad verwoest was in 40 v Chr helemaal gerestaureerd. Jeruzalem had een grandeur en allure die in de wijdse omtrek geen gelijke vond.

De tempel was het laatste bouwproject geweest van Herodus. Deze uitvoering van de tempel was groter dan de tempel van Salomo. Herodus wilde met de bouw van deze tempel een ‘volmaakt bewijs van zijn vroomheid’ geven. Nou, dat was gelukt. Iedereen die de tempelberg naderde werd overweldigd door de contouren van het immense complex. Heden ten dage is er alleen nog de klaagmuur over van een gebouw dat ooit het toppunt van architectonische schoonheid was. De tempel werd in 15 v Chr ingewijd. Ongeveer 30 jaar later stond Paulus ervoor… vervuld van een verlangen om dit heilige gebouw te betreden.

Paulus ging studeren, veel, heel veel. Hij voegde zich bij éen van de drie stromingen die op dat moment leidend waren binnen het jodendom.

Zo waren er de Essenen, een vriendelijke, maar sobere gemeenschap. Soort mystici eigenlijk. Vereerden God en de engelen, maar ook de zon. En ze geloofden dat de ziel onsterfelijk is.

Er waren er de sadduceers, die waren niet zo streng. Ze geloofden alles wat er in de Thora stond, maar verwierpen de mondelinge traditie. De mens was vrij in doen en laten, daar had God niets mee te maken. En na de dood was er het grote niets.

Deze twee stromingen werden het niet.

Het werden de Farizeers waar Paulus zich bij aansloot.

Kort gezegd: Hun denkbeelden waren gebaseerd op een nauwkeurige exegese en interpretatie van de wet van Mozes. Ze schreven alles toe aan het Lot en aan God. Mensen waren op zich wel zelf verantwoordelijk voor hun handelen, maar in alles speelde het Lot mee. De ziel is onvergankelijk, maar de ziel van de slechterik wordt met eeuwige verdoemenis gestraft. Hun hoop was gevestigd op de komst van de Messias, die de wet van Mozes op de juiste manier zou uitleggen en Gods wil zou openbaren. De Farizeers leefden in goede harmonie met de rest van de maatschappij. Ze werden vaak om advies gevraagd door politiek leiders. Al deze ‘kwaliteiten’ trokken Paulus wel aan.

Paulus was een ontzettende ijverige leerling. Je zou zijn gedrag kunnen vergelijken met dat van moderne ultraorthodoxe geloofsfundamentalisten. Je ziet ze heden ten dage nog steeds in Jeruzalem, met name vanuit Amerika. Ze gedrager zich joodser dan joods, bijna krampachtig. Alsof ze naar zichzelf en de buitenwereld moeten bewijzen dat ze echt, tot in het diepst van hun vezels behoren bij dat ene uitverkoren volk. Ook Paulus ging helemaal op in het bestuderen van de Thora en trok daar uiterste consequenties uit. Hij was onverzoenlijk, intolerant en niet bereid tot enig compromis. Hij heeft dat ook over zichzelf gezegd, ergens in zijn brieven. Dat hij tijdens zijn zoektocht naar het ware jodendom velen in rechtlijnigheid had overtroffen en de wetten nauwgezet had nageleefd.

Zo is het ook zeer aannemelijk dat het hele verhaal over Jezus en zijn kruisiging volledig langs hem heen is gegaan. Wij denken nu: hoe dan? Iedereen had t er toch over in Jeruzalem indertijd. Nee hoor. We vergeten dan dat Jezus werd gekruisigd op de dag van voorbereidingen op het grote joodse Paasfeest. Dat zal veel meer mensen hebben beziggehouden dan de terechtstelling van de zoveelste mislukte oproerkraaier. Jezus dood werd vooral door zijn volgelingen ervaren als van grote betekenis, maar buiten de toen nog kleine kring was t geen gespreksthema.

Paulus was een strikte nalever van de wetten van Mozes. En de komst van de messias zal nog lang op zich laten wachten. En als al…dan was het zeker niet zo’n figuur als Jezus. Alles wat Jezus zei en voorstond, stond haaks op de overtuigingen van de Farizeers, en dus ook Paulus

Je kunt je voorstellen dat toen er dus zo’n jongeman opstond en een heel verhaal ging houden over hoe anders de wetten van Mozes geinterpreteerd moesten worden, hij Paulus niet aan zn kant kreeg. Want dat was namelijk wat Stefanus verkondigde. En zo komen we terecht in het verhaal dat we zojuist hebben gelezen.

We zien het als het ware gebeuren. Een jongeman, vol vuur en passie, vol van geloof en vertrouwen op God, die zijn boodschap aan het volk en tegen de heersende opinie brengt. En we zien die andere jongeman… nou ja jong, als we rekenen is Paulus ongeveer 37 jaar… vol van zijn eigen gelijk en overtuigingen. Hij had eindelijk gevonden in Jeruzalem waar hij zo naar verlangd had. Kennis, een groep waar hij bij hoort, een identiteit… Hij was geworden, wat hij dacht dat hij wilde zijn.

Tegelijk… iemand die met zoveel overgave en vertrouwen op God zijn boodschap brengt… zoveel zelfs dat hij in stervensnood nog weet te roepen: straf hen niet God! Jezus mijn leven is in uw handen…

Paulus, zelf een nogal volhardend mens, was onder de indruk. Maar dat kon hij niet laten blijken. Hij drukte het weg. Sterker nog, hij ging nog harder in verzet tegen die zogenaamde beweging van Jezus. Hij was immers een vrome jood, al het bijgeloof moest worden uitgeroeid.

Maar ja…

De Twijfel had de deur al op een kier gezet. De ene fanaticus had de andere fanaticus weten te raken… van het hart naar het hoofd en misschien zelfs zo, dat van alles wat er aan kennis en overtuiging in het hoofd van Paulus bevond hij langzaam ging ontdekken dat wil je je werkelijke kern ontdekken, je van je hoofdzaak een zaak van het hart moet maken.

Maar hoe doe je dat? Hoe kom je bij die kern?

We gaan het zien, de komende weken.

Ik was 21 en ik wist nog helemaal niets van de wereld, van mezelf… Ik dácht dat ik al heel wat was… dat dácht ik.

En u, jij? Iets wijzer geworden inmiddels?

Een ding kan ik al wel verklappen, God heeft mij nooit losgelaten. Andersom ..ja, andersom wel. God is mijn kern gebleken en zelfs dat blijft een dagelijkse ontdekkingstocht…

We gaan het zien, met Paulus onderweg. Gaat u mee?

play-rounded-fill

Reacties zijn gesloten.