We dragen het samen

Op het moment van schrijven is de landelijke actie van Giro555 in volle gang. De laatste stand is geloof ik 88 miljoen. Een onwaarschijnlijk groot bedrag. Waar er vorige week nog veel ontzetting heerste over de aardbeving, is nu al die energie gestoken in het helpen. “Het is wel het minste wat je kunt doen”, zo hoor ik uit de speakers van mn auto. En inderdaad, dat is het ook. Wat het niet minder waardevol maakt, want alle kleine beetjes helpen. Toch is het waar: het is het minste wat je kunt doen. Dat suggereert dat je ook meer kunt doen. En precies daarover gaat het gedeelte van de Bergrede van komende zondag.

Wanneer we kijken naar de enorme energie en bereidheid om te helpen in Turkije en Syrië nu, dan is er alle reden tot ontroering. Fantastisch dat zoveel mensen zich inzetten op hun manier om de slachtoffers te steunen. We zagen eenzelfde golf van hulpbereidheid toen de oorlog in Oekraïne uitbrak. En gelukkig is daar de hulp nog steeds gaande, op allerlei niveau’s mag ik wel zeggen. Het geven van geld of goederen is niet alleen iets moois voor de ontvanger, het doet ook wat met de gever. Dat je iets bijdraagt aan het verbeteren van de wereld, hoe klein ook. Hulp bieden is hoop bieden, zei een wijze Hielke ooit. En zo is dat. Meer nog is het dat je als schenker en ontvanger in die hoop deelt, namelijk: dat het anders kan en wordt, dat het beter wordt, dat je je ergens verbonden voelt met elkaar over landsgrenzen en cultuurverschillen heen. Ik denk dat deze gevoelens bewust of onbewust meespelen in al die acties voor (nood)hulp. We dragen het samen.

Daarnaast is het ook de kwetsbaarheid die herkend en erkend wordt. Want nu is het daar in Turkije, Syrië, Oekraïne, maar wat als het onszelf zou betreffen? Dat kan maar zo. En Nederland heeft meer dan eens in nood verkeerd en is toen ook geholpen. Nog niet zo lang geleden werd de watersnoodramp herdacht. De verschrikkingen van toen staan bij veel mensen die het betrof nog helder voor ogen. Het kan maar zo…

Dus… “het is het minste wat je kunt doen”, geld overmaken op dat rekeningnummer. En gelukkig doen veel mensen dat. De vraag is: stopt daar dan ook je verantwoordelijkheid en betrokkenheid? Koop je die af? Of ben je bereid, zoals de Jezus in de Bergrede ons zegt, om nog een stap verder te gaan. En dan gaat t niet om nóg meer geld. Dan gaat het wel om hoe je radicaal vriendelijk kan zijn voor ieder mens. Vriend en vijand zogezegd. Vreemdelingen, of zeg maar vluchtelingen, buren, stadsgenoten. Kortom, mensen die hier direct jouw steun en hulp nodig hebben. (Mooi voorbeeld was de opvang van vluchtelingen in het Kruispunt.) Dan betekent er zijn voor een ander dat je ook iets van jezelf op en in het spel zet. En dat is niet altijd makkelijk, helemaal niet.

Daar gaan we over nadenken as zondag. Over het net iets meer dan het minste wat je kunt doen, zal ik maar zeggen. Weet je welkom.

Hartelijks Rolinka

Reacties zijn gesloten.